MO Voor dien post is uitgegeven, het niet wenschelijk zou zijn, voor 1893 eveneens een bedrag daarvoor op de begrooting uit te trekken. Antwoord. Dienst 1891 was daarvoor nog eene som begroot, maar niet meer voor 1892, en evenmin voor 1893, omdat de aanwezige schuiten gebezigd worden tot onderhoud van vaarten en grachten, in den zin van werktuig of gereedschap, waarvoor de kosten zijn begrepen in de som Hoofdstuk III, art. 3a, vermeld. De ponten en schuiten, bedoeld bij art. 4 van Hoofdstuk IY (model der begrooting) zijn die, welke gebezigd worden aan (overzet) veeren. Punt 10. In eene sectie wordt gewezen op den onvoldoenden toestand van het bureau van politie en de provoost. Zoo mogelijk, wordt er op aangedrongen voor het bureau van politie eene betere localiteit aan te wijzen. In de provoost moet verander1 ng gebracht worden. De thans daarvoor bestaande localiteit is niets meer dan een hok, dat lucht en ruimte mist. Antwoord. Burgemeester en wethouders zullen den toestand van het bureau van politie en de provoost niet in bescherming nemen. Zij zijn met den Raad over tuigd dat verbetering noodig is, en het tijdstip ligt in een kort verschiet dat die verbetering zal kunnen worden tot stand gebracht. Bepaalde voorstellen worden den Raad toegezegd, ook voor andere wijzigingen, welke in verband staan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 516