532 Antwoord. Tn liet algemeen achten burgemeester en wethouders het noodzakelijk, dat, ter bevordering der openbare gezondheid, grachten, vanouds direct ingesloten door bebouwde erven, worden overwelfd. De aangrenzende eigenaren of bewoners zijn maar al te zeer geneigd, die grachten te maken tot een vergaarbak van onreinheden, waartegen scherp toe zicht wel is waar iets vermag, maar lang niet vol doende om het kwaad te keeren dat er uit voort spruit. De uitbaggering heeft bewezen, hoe het met den toestand gelegen is. De overwelving van de Gampelvaart dan ook is, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, zeer wenschelijk. Ware zij niet teruggedeinsd voor de kosten, dan hadden zij stellig mede den Raad voorgelegd de overwelving van de Mark achter de Ginnekenstraat. De heer Heijlaerts zegt, nu hij in het van hem geleverde portret is afgeschilderd, als zou hij nooit iets gedaan hebben in het belang der volksgezond heid, hij thans wel weer in staat van beschuldiging zal gesteld worden. Vervolgens zegt spreker dat door hem in bijzijn van den heer Klep de toestand van de Gampel is nagegaan. Uit een oogpunt van {esthetiek zou spreker aan het voorstel wel zijn votum kunnen geven, maar wanneer er goed gespuid wordt en er stroomend water blijft, dan is de toestand niet zoo slecht. Niemand der aangelanden zegt, dat er ooit kwade uitdampingen zijn, en wanneer spreker daar bij voegt, dat diezelfde aangelanden meest drin gend verzocht hebben, niet het voorstel te onder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 532