543
De heer Guljé maakt opmerkzaam op het votum
over Hoofdstuk VIII, art. 1, uitgaven, en zegt, dat
alsnu de stemming, zoover de verhooging der opcen
ten aangaat, moet loopen niet over 15 maar over
20 opcenten meer.
Geen bedenking ingebracht wordende,
wordt overgegaan tot stemming en met
10 tegen 5 stemmen besloten, de op
centen op het personeel te verhoogen
met twintig, en alzoo te brengen van
35 op 55, behoudens de vereischte
Koninklijke goedkeuring.
Vóór waren de heeren: Van Hal, Rombouts,
Mathon, Nelissen, Guljé, Backer, Van Dongen,
Verschraage, Vreede en de voorzitter.
Tegen de heeren: IIeijlaerts, Sassen, Teijchiné,
Klep en Van Dam.
Punt 32.
Eenige leden eener sectie achten een scherper toe
zicht zeer gewenscht. Bij een degelijke controle op
het houden van honden, zal de belasting veel meer
opbrengen dan tot dusverre het geval is.
Antwoord.
Reeds vóór het indienen der begrooting waren door
burgemeester én wethouders zeer stellige maatregelen
genomen, om aan het euvel, waarop eenige leden
eener sectie gewezen hebben, tegemoet te komen.
Zij vertrouwen dat die maatregelen ten beste zullen
werken.