546
De heer Rombouts ondersteunt ten sterkste het
voornemen tot. oprichting van het voorbedoelde
weduwen- en weezenfonds en is volkomen bereid de
gevraagde som van f 300 toe te staan, overtuigd, dat
die zaak niet kan tot stand gebracht worden zonder
adviezen van deskundigen.
De heer Van Dongen, zich vereenigende met het
gesprokene door den heer Rojibouts, zegt, dat er wel
is waar geld moet zijn, maar dat volgens zijn ge-
voélen, het eenmaal voor ambtenaren bestaande pen
sioenfonds ook wel dienstbaar kan gemaakt worden
voor weduwen. Spreker schetst den toestand eener
broodeloos geraakte weduwe, en doet uitkomen hoe
zeer zij gebaat zou zijn, als zij, ware het slechts een
deel, kon genieten van hetgeen haar man genoten
heeft.
De heer Guljé geeft eenige inlichting omtrent den
aard van het bestaande fonds, dat enkel den ambte
naar zeiven recht geeft op pensioen. Om nu ook
een weduwen- en weezenfonds te vestigen moeten
deskundigen gehoord worden, en daarvoor strekt de
aangevraagde som van drie honderd gulden.
De heer Van Dongen dankt den heer Guljé voor
de gegeven inlichting-
De voorzitter vraagt, of iemand der leden beden
king heeft ter zake hij dit punt bedoeld f 300 op
de begrooting uit te trekken?
Niemand het woord verlangende, is
daartoe besloten.