bil Punt 36. In eene sectie is de reinigingsdienst ter sprake gekomen, waarop bemerkingen zijn te maken. Als zoodanig zijn opgenoemd: 1°. het tot inden middag toe ophalen in open wagens van de menschelijke faecaliën. 2'. de onzindelijke toestand, waarin de straten verkeeren. 3'. het vegen en schoonmaken der straten in de middaguren, wanneer die het meest bewandeld worden. 4". het Stationsplein (vooral rechts) en het Kerk plein, waar het gras tusschen de keien groeit. 5". Eenigermate ook de paden in het Valkenberg. Indien de oorzaak van die toestanden gelegen is in de omstandigheid, dat het personeel van den reini gingsdienst te gering is dan is het wenschelijk en noodig, dat dat personeel worde uitgebreid en daarvoor de post op de begrooting verhoogd. Antwoord. 4°. Als regel is aangenomen, dat het ophalen van de menschelijke faecaliën des voormiddags is afge- loopen. In enkele gevallen moet van dien regel worden afgeweken, b. v. wanneer twee christelijke feestdagen elkander opvolgen en bij gevallen sneeuw; alsdan kan de dienst niet op de gewone uren zijn afgeloopen. lntusschen is door uitbouw van de be bouwde kom der gemeente, het aantal geplaatste tonnen gaandeweg toegenomen en zijn de eischen tot meerdere verwisseling, in de laatste maanden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 547