549 De lieer, Guljé herinnert, dat een vorige maal besloten is ter uitbreiding van den reinigingsdienst f1500 op de begrooting te brengen. De heer Matiiox wenscht dat aan de reiniging der gemeente meer zorg worde besteed. De straten zijn onzindelijk. Nog onlangs bevond zich op de Markt een hoop vuil, die er 3 a 4 dagen gelegen heeft. Het wieden van het gras, dat zich hier en daar tusschen de keien bevindt, wordt ook te veel uit het oog verloren. Wel kan niet eene groote uitbreiding van den reini gingsdienst plaats hebben, maar bij het optreden van den nieuwen directeur meent spreker toch verbetering te mogen verwachten. De heer Rombouts wil niet ontkennen, dat de reinigingsdienst, als alles, wel niet volmaakt zal zijn, maar toch is door hem gezien dat de straten wel zuiver waren toen de vegers ze verlieten. Er wordt echter te dikwijls door de gebruikers van gebouwen gezon digd tegen art. 30 deralgemeene politie-verordening, en ook tegen artikel 36, verbiedende, op de straten, openbare wegen, pleinen of in de goten eenige vuilnis, asch, zand, mest, afval of andere stoffen, die veront reinigen, te werpen. Spreker kan als ooggetuige bevestigen, dat de gemeente-reinigingsdienst de straat had schoongemaakt en een ander ze ging verontreini gen. De oorzaak daarvan is hierin gelegen, dat de politie-verordening niet gehandhaafd wordt. Punt 37. In dezelfde sectie is gesproken over de grensrege ling tusschen de gemeenten Breda en Teteringen c. s.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 549