van het rapport, besloten den fleer Mr. Th. YV. F. A. Matiion als lid van den gemeenteraad toe te laten, daarvan aan Gedeputeerde Staten dezer provincie en den toegelatene kennis te geven, en laatstgenoemde met inachtneming van liet bepaalde hij art. 38 der gemeentewet, tegen eene volgende vergadering op te roepen, om te worden beëedigd en zitting te nemen. 7. Adres van Johannes Pijnenburg te Breda, daarbij te kennen gevende dat hij eigenaar is geworden van het onlangs verkochte huis en erf, gelegen aan de Boschstraat, kadastraal bekend sectie B, N". 4151, en hij dit huis geheel wil sldopen en opnieuw op houwen; met verzoek hem langs de oostzijde van gemeld pand een stuk gemeentegrond te verkoopen, daar de ruimte van het terrein niet toelaat een huis daarop te bouwen volgens de eisehen des tijds. Worden gelezen de voorwaarden, waarop burge meester en wethouders voorstellen den koop tot stand te brengen; zijnde de koopsom van ongeveer 35 centiaren gesteld op 350. De voorgelegde kaart wordt bezichtigd. De heer Heijlaerts vindt de verbetering gewenscht, maar acht de koopprijs zeer hoog. Dit pilnt wordt onderling besproken, waarhij ver schillende leden hunne meening te kennen geven, dat de prijs niet hoog is, dewijl het terrein geheel in het front ligt en de aankoop van het oude huis tegen veel hoogeren prijs heeft plaats gehad. Anderzijds was men van oordeel, dat de hooge prijs wel een hinderpaal zou kunnen zijn, dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 54