Gexk-Bevet, dato lit Februari 481)2, waarbij den raad wordt kennis gegeven, dat adressanten zicli ge wend hebben tot Gedeputeerde Staten dezer provincie met bet verzoek stappen te willen doen, dat de raad terugkome op zijn besluit om den open grönd aan de z. g. Ginnekenbrug te bebouwen, dewijl hunne panden daardoor worden afgesloten. Daarop wordt gelezen de missive van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van den 18den Februari 1892, G, N 44, waarbij wordt toegezonden een verzoek schrift van P. J. Wagkmakkus c. s met verzoek om onder terugzending daarop te willen dienen van bericht. In dat adres ontvouwen adressanten breedvoerig de redenen, die ben de tusschenkomst van Gedepu teerde Staten hebben doen inroepen, om den raad terug te brengen van zijn voornoemd besluit. Alsnu wordt gelezen een inmiddels ingewonnen advies van den gemeente-architect, dat den loop der zaak en de vroegere besprekingen met adressanten uiteenzet: concludeerende, dat adressanten geweten hebben dat van den beginne af het plan bestond om het deel gemeentegrond aan de straatzijde <>f geheel of gedeeltelijk te bebouwen. De beer Van Mieiu.o, wijzende op het eenmaal door den raad genomen besluit, geeft in overweging- de stukken te stellen in handen van het dagelij,ksch bestuur, ten einde daarop te berichten. De beer Guljk vraagt of bet sprekers bedoeling- is, het te geven antwoord eerst nog in den raad te brengen, of wel dat burgemeester en wethouders zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 56