574
»te blijven gedragen aan den inbond barer missive
«van den Oden Juli 1892.
»In die missive is in hoofdzaak bericht, dat de
«commissie niets 1 ïeeft tegen de meest nauwkeurige
«en eene meer uitgebreide controle, maar dat zij,
»als altijd aan controleerende, zich bovendien niet
wenscht belast te zien met eene afzonderlijke inven-
«tarisatie
»dat zij alzoo gaarne het voorstel goedkeurt, maar
»aan den Raad overlaat te bepalen, op welke wijze
»de inventarisatie, buiten debemoeiingenvan decom-
missie van beheer, zal plaats hebben.
«Voorts heeft de commissie besloten, U beleefdelijk
«te doen opmerken, dat de inventarisatie moeielijk
«anders dan in den zomer kan plaats hebben, zoodat
«de overlegging van een inventaris bij de jaarreke-
«ning niet wel mogelijk zou zijn."
De voorzitter geeft in overweging de behandeling
dezer zaak aan te houden en inmiddels de stukken
ter visie te leggen voor de leden.
De heer Rombouts acht het vraagpunt in den tegen
woordige n stand der zaak zeer eenvoudig en meent
dat dit wel gedécideerd kan worden.
Verschillende leden wenschen echter
dat de stukken ter visie worden gelegd,
waarna daartoe, zonder hoofdelijke om
vraag, besloten wordt.
q. Twee ontwerp-besluiten met rnemoriën van
toelichtingen tot liet wijzigen der begrooting, dienst
1892, als: