577 «ingenieur in zijne missive aangehaald,, zijn gebleven; »dat de gemeente echter met den heer ingenieur de «wenschelijkheid erkent dat, nu de vestingwerken «zijn geslecht, dat gedeelte weg aan de gemeente Breda worde overgedragen, doch dit wenscht te doen «op den voet en de wijze als reeds is geschied met «een gedeelte van dienzelfden weg en meer andere «wegen van dezelfde soort of die daarvoor zijn in de «plaats getreden; «De kwestieuze weg toch is eene verlenging van «den straatweg naar Oosterhout van af de gesloopte «Bossche poort en liet voormalig tolhuis, dat heeft «gestaan op. den hoek, die de Mauritsstraat maakt met «den weg in geschil, en is alzoo het aanvangspunt «van den nu over te dragen weg die doorloopt tot «de grensscheiding tusschen Breda en Beteringen. «Het gedeelte nu van dien straatweg naar Oosterhout «van af de gesloopte Bossche poort en het voormalig «tolhuis ot de Mauritsstraat is aan de gemeente Breda «overgedragen krachtens de wet van 26 October 1873 y>(Stbl. X". 154) met meer andere wegen, zooals «voorzegd door de voormalige vestinggronden loopende «(zie artikel 1 dier wet N". 1), echter niet zonder «vergoeding. (Zie art. 2 c als vergoeding voor het onderhoud van die bruggen en van de aan haar «over te geven waterleidingen en liarde wegen, zoover «die niet reeds ten haren laste zijn.) «Ter meerdere verduidelijking dat de weg in geschil «onder die harde wegen was begrepen, kan verwezen «worden naar de bijlage gevoegd bij het ontwerp «van wet, bevattende de hoofdpunten der tusschen den «Staat en de gemeente Breda te sluiten overeenkomst «over de wegen en waterleidingen enz. op de vesting- «gronden, te vinden inde bijlagen der Staatscourant,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 577