68 zij vóór hunne benoeming aan keuring worden on derworpen. De heer De Booij zegt, dat hij, alvorens hij zijn voorstel heeft ingediend, rekening heeft gehouden inet mogelijke bezwaren. De commissie heeft willen argumenteeren, dat de bepaling niet thuis bèhoort in de verordening voor liet pensioenfonds, maar de bewijsgronden kent men niet. En nu de heeren Rombouts en Heijlaerts, zelfs de comissie liet wensehelijk achten, dat het punt, geregeld worde, nu moet hij vragen waar Eene algemeene verordening voor de benoeming van gemeente-ambtenaren bestaat niet. In het politie-reglement kan het alsmede met worden opgenomen, gelijk spreker aantoont, lezende art. 191 der gemeentewet met de toelichting daarvan. Er blijft dus geen ander middel over dan dat vervat in zijn voorstel. Weten de heeren een anderen weg eindigt spreker dan wil hij wel dien weg mee opgaan. Alsnu wordt overgegaan tot stemming, waarvan de uitslag is dat voorstel 1 ver worpen wordt met 14 tegen 1 stemmen. Vóór waren de heeren: Van Dongen, Heijlaerts, Van Hal en De Booij. Tegen de heeren: Backer, Teijchiné, Vuëede, Nelissen, Sassen, 1)e Bont, Pels Rjjcken, Hom holts. Van Mierlo en de voorzitter. Wordt gelezen voorstel 11, strekkende bij art. 11 als '2de alinea te doen volgen: »Ook kan, op voordracht van burgemeester en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 68