fit)
«wethouders, zulk een pensioen worden verleend
»aan hen, die zonder dit aan te vragen het recht
»van pensioen volgens artikel 4 hebben verkregen,
«maar wier diensten niet meer in het belang der
«gemeente wenschelijk worden geacht".
De heer Nelissen wil enkel er op wijzen, dat de
voorsteller uit het oog heeft verloren, dat aan het
toekennen van pensioen moet voorafgaan het verkregen
ontslag. Dit alleen zegt spreker maakt het
voorstel volkomen onaanneembaar.
Daarop wordt overgegaan tot stemming, waarvan
de uitslag is dat voorstel 11 verworpen wordt met
algemeene stemmen op één na, die van den lieer
De Booh.
De voorzitter wil het 3de voorstel, strekkende om
in art. 7 achter de gewijzigde alinea te dóen volgen:
»ecn en ander met inachtneming der bij artt. I
»en 2 omschreven eischen"
in stemming brengen, doch de heer De Booij doet
opmerken, dat door bet verwerpen der voorstellen
I en 2, het 3de voorstel van zeifis komen te vervallen.
Vervolgens komt in behandeling het voorstel van
den heer Rombouts, strekkende om het woord ^on
afgebroken" uit de tweede zinsnede van art. 4 der
verordening tot regeling der pensioenen voor de
gemeente-ambtenaren en bedienden alhier te lichten
en waarmede de bestuurs-commissie zich heeft ver-
eenigd.