71 e. TWEEDE ZUIDSTRAAT. I)e tweede dwarsstraat, evenwijdig aan de Nieuwe Ginnekehstraat, verbindende de bange Markstraat met den Marksingel. ETNA STRAAT. Aanvangende aan den Westbuitensingel, inet een bocht volgende het zoogenaamde «Dijkje" tot de Nieuwe Prinsenkade bij de herberg »Het Zwaantje". De heef Van Mieblo geeft in overweging de stra ten, aangeduid als Eerste en Tweede Zuidstraat, te noemen de Eersleen Tweede Marlidwarsstraat. Het woord Mark, zegt spreker, wijst van zelf de richting aan, alwaar de straten gelegen zijn. Dit is wel overwogen, antwoordt de heer (tuuÉ, maar men is afgestuit op de vele lettergrepen, die in de voorgestelde benoemingen vervat zijn. De beer Van Mikri.o verklaart een voorstel van dit punt te maken. De heer Van HaJL zegt, dat het niet zijne bedoe ling is eene wijziging voor te stellen: de aangeduide' plaats Van Coothplein te noemen, eigent zich goed daartoe;; maar enkel wil hij doen opmerken, dat er in de benamingen van al die buitensingels en nu weer van die straten niets poëtisch gelegen is. Er zijn namen genoeg van geschiedkundige en verdien stelijke personen, naar wie de straten en wegen kun nen genoemd worden. Spreker wensclïte dan ook het dagelijksch bestuur in overweging te geven, bij eene volgende gelegenheid namen te kiezen van beteeke- nende liguren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 71