70
gemeentewet, na alvorens den in art. 87 der grond
wet bedoelden eed van zuivering te hebben afgelegd.
De voorzitter wenscht den heer Mathon geluk
met zijn benoeming; hopende dat de last hem op
de schouders gelegd licht en aangenaam moge zijn
en hij wel zal willen medewerken ter bevordering
van de belangen dezer gemeente.
12. Benoeming van een definitieven wethouder, in
plaats van den heer Smits.
De voorzitter verzoekt den heeren Gui.jk en Van
Mierlo als stemopnemers te willen fungeeren.
Wordt overgegaan tot stemming met gesloten
briefjes.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan ver
krijgen de heeren Neussen 14, Sassen 2 en Rom-
boi'ts 1, terwijl één briefje in blanco is ingeleverd.
Alzoo de heer Nei.issen tot wethouder benoemd
zijnde, vraagt de voorzitter, of de benoemde reeds
dadelijk wenscht te verklaren, dat hij zijne benoeming
aanneemt.
De heer Nei.issen zegt, dat hij zeer apprecieert
het vertrouwen hem waardig gekeurd. Als tijdelijk
wethouder was hij in de gelegenheid meer van nabij
kennis te maken met het gewicht der betrekking,
maar niet had hij den vollen omvang daarvan be
grepen gelijk thans. Nog te kort heelt hij gefungeerd
om te kunnen zeggen, dat hij aan alle eischen zal
kunnen voldoen, maar mocht later blijken, dat de