81
6. Memorie van inlichtingen van burgemeester en
wethouders van Breda, in zake de opbrengst van liet
vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank
in het klein, aan den raad dier gemeente.
Bedoeld stuk is van den volgenden inhoud:
«Bij de behandeling van de gemeente-begrooting,
«dienst 1892, werd breedvoerig het punt hierboven
«genoemd besproken. Het wekte bevreemding, dat
«bet vergunningsrecht alhier zoo weinig opbracht in
«vergelijking met andere gemeenten, bepaaldelijk
»'s-Bosch, en men vorschte naar de oorzaken daarvan.
«Men noemde liet cijfer der alhier in 1890 uitgereikte
«drankvergunningen (154) gering, en drong aan op
«onderzoek, waaraan de geringere opbrengst alhier
5371.87') te wijten zou zijn.
«Ofschoon toen burgemeester en wethouders reeds
«dadelijk getracht hebben eenige opheldering te geven,
«achtten zij liet besprokene zóó belangrijk, dat zij
«niet geaarzeld hebben het verlangde onderzoek in
«te stellen, waarvan zij de eer hebben U de uitkomsten
«bloot te leggen.
«Eene algemeene opmerking moet daaraan vooraf-
«gaan. Breda verkeert ten aanzien der drankwet in
«een exceptioneelen toestand. De drankwet toch nam
«als basis aan de bestaande drankgelegenheden. Deze
«bepaalden zich voor deze gemeente schier uitsluitend
«tot de oude stad. Slechts enkele drankgelegenheden
«waren er in nieuw bebouwde wijken, die toen nog
«weinige waren. Maar sedert is de oude stad van
alle zijden omgeven geworden van nieuwe wijken;
«sedert is Breda met circa 5000 zielen vooruitgegaan
«maar ondanks al dien bijbouw, ondanks de buiten-
