92
aan een rechter hernia puralis,
welke verschijnselen hem voortdurend ongeschikt
«maken voor den dienst van politie-agent.
«Aangezien uit bovenstaande is gebleken, dat adres-
»sant heeft een diensttijd van meer dan tien jaren,
»kan op evenvermelde beëedigde verklaring van des-
«kundigen, hem op grond van artikel 5 der verordening
«pensioen worden verleend.
«Zijn beroep op de eerste zinsnede van artikel
«der verordening komt der commissie ongegrond
«voor, als zijnde niet bewezen, dat adressant de in
«gemelde verklaring opgenomen gebreken heeft be-
«komen in of door de uitoefening zijner bediening,
«hetzij tengevolge van gewelddadigheid, hetzij van
«gevaarlijke dienstverrichtingen, te meer waneer men in
«aanmerking neemt, dat adre sant, zooals hij in zijn
«verzoek vermeldt, als cavalerist bij de jagers, dra-
«gonders en ruim twee en twintig jaren bij het be-
«reden gedeelte der maréchaussée heeft gediend en
«in het jaar '1880 voor den maréchaussée-dienst te
«paard is ongeschikt bevonden en als wachtmeester
«is gepensioneerd.
«Adressant kan alzoo slechts aanspraak maken op
«pensioen volgens art. 5 der verordening en alzoo
«op der wedde of belooning, welke volgens arti-
«kel 10 der verordening wordt gerekend naar de
«middelsom van liet bedrag, hetwelk gedurende de
«laatste zestig maanden van den dienst des ambte-
«naars tot maatstaf heeft gestrekt bij de berekening
«der gedane kortingen.
«Volgens het hiervoor onder letter b opgenoemd
«stuk, heeft dat bedrag beloopen gedurende die drie
«jaren en tien maanden van af 1 Maart 1887 tot 31
«December 1890 a 550 per jaar de somma
