07 «richtingen naai' het noorden en naar tiet zuiden vari »D tot E en van I) tot C aangeduid de plaats, waar «volgens het ontwerp de buizen voor de waterleiding «zouden gelegd moeten worden. De ministerieele «commissie vermeent, dat door den aanleg van buizen «aldus, het grondwater ten nadeele van de gronden «der adressanten onder Dorst, eigenaren van de gron- «den ten zuiden en ten westen van liet terrein, zal «worden afgetrokken en afgevoerd, en om dit te «voorkomen, wil die commissie dat de buizen veel «meer noordwaarts zullen gelegd worden, van het «westen naar het oosten en aan beide uiteinden noor- «delijk op, zooals op de kaart met roode kruisjes onder «de letters A'D', A'B en D'E is aangeteekend. «Om te doen uitkomen hoe bezwarend dit voorschrift «sub. l". zijn zoude, moet men dit in verband brengen «met hetgeen in sub. '2'. staat vermeld, n.l. dat het «grondwater niet zoo diep zou mogen worden afge- «riialen dan geprojecteerd was. «Volgens het project zou die afmaling geschieden «tot op 2,75M. A. P.; de ministerieels commissie échter «wil, dat die afmaling niet lager zal gaan dan tot 4,25 »M. A. P. Het gevolg van die minder diepe «afmaling zal zijn, dat niet genoegzaam grondwater «om Breda van voldoend drinkwater te voorzien, uit «het in erfpacht te geven terrein, zal te ontleenen «zijn, hetgeen ook de ministerieele commissie voorziet, «en waarvoor zij als redmiddel verwijst naar uwe «spoedige uitbreiding der prise d'eau. «Uwe commissie moet echter opmerken, dat de «gronden, voor dergelijke uitbreiding aan te koopen, «zooals de kaart aanduidt, niet wel verkrijgbaar zijn, «en zoo die al gedeeltelijk te bekomen zouden zijn, «alsdan nog zeer in twijfel kan worden getrokken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 97