23 Februari 1893. 101 Oosterhout, voor het leggen der buisleiding in den weg van Dorst naar Seters. De voorzitter vraagt daarna, of iemand der leden beden king heeft tegen het verleenen der voorgestelde machtiging Niemand het woord verlangende, wordt zonder hoofdelijke omvraag overeenkomstig het voorstel besloten. De heer Rombouts betoogt alsnog de wenschelijkheid dat nu reeds bepaald worde, wie directeur der water leiding zijn zal. De directeur zegt spreker moet van meet af aan medewerken. De heer Guljé erkent het nut daarvan en zegt dat omtrent deze aangelegenheid allereerst overleg kan gepleegd worden met de Commissie voor de waterleiding, waarna den Raad een voorstel zal worden aangeboden, en wel in de volgende vergadering. Verder niets aan de orde zijnde, wil de voorzitter de vergadering sluiten, doch de heer Oukoop vraagt en bekomt alsnog het woord. Spreker wijst op de ondoelmatigheid der klap, waarvan de nachtwacht voorzien is, om bij brand of ander onheil alarm te maken. Die klap maakt veel te weinig geluid. Spreker beveelt aan, der nachtwacht, evenals te Rotterdam koehoorntjes te verstrekken, welke een doordringend geluid doen hooren. De voorzitter meent dat reeds onder burgemeester De Man de politie voorzien is van schelklinkende fluitjes. De heer Oukoop zegt dat zijne mededeeling berust op persoonlijke waarneming. De klap, waarvan de politie voorzien is, verwekt niet meer geluid dan de klappen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 101