16 Maart 1893.
Tegenwoordig de heeren VAN HAL, SASSEN, VREEDE,
HEIJLAERTS, OUKOOP, ROMBOUTS, MATHON, GUL JÉ,
TEYCHINÉ, BACKER, VAN DONGEN, VERSCHRAAGE,
VAN DAM en VAN AKEN.
Afwezig de heeren: VAN MIERLO, DE BONT en KLEP,
alsmede de heer wethouder J. J. NELISSEN, wegens ziekte.
Open één zetel.
Het voorzitterschap wordt waargenomen door den heer
wethouder J. A. van Aken.
Worden gelezen de notulen van het verhandelde in de
vergadering van den 18^ Februari 1893, welke worden
vastgesteld.
Worden daarop gelezen de notulen van het verhandelde
in de vergadering van den 23sten Februari 1893, welke mede
worden vastgesteld, onder bijvoeging, naar aanleiding eener
opmerking van den heer Rombouts, dat de heer Guljé
een voorstel, ter benoeming van een directeur der water
leiding, had toegezegd tegen de volgende vergadering.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde: