108 16 Maart 1893. De heer Teychiné vraagt, hoe groot die huursom tot dusverre was? Waarop de voorzitter antwoordt: 150. - per jaar." Die huursom komt den heer Teychiné, met het oog op het perceel, wat hoog voor. Z. i. moest de huurprijs met f 50.verminderd worden De voorzitter erkent het billijke daarvan. Het perceel toch zegt spreker is gelegen niet aan de openbare straat maar binnen in. Vervolgens vraagt de voorzitter het gevoelen hierover van de leden. Niemand het woord verlangendewordt besloten aan adresante de voorbedoelde woning onderhands in huur af te staan voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1893, tegen den huurprijs van honderd gulden per jaaren verder onder de vroe gere voorwaarden. 5. Missive van de heeren A. P. Scheltus, mr. P. M. J. E. Bloemarts en J. Lijdsman, daarbij inzendende hunne geloofsbrieven als benoemde leden van den Raad dezer gemeente. Door den voorzitter wordt eene commissie van drie leden benoemd tot het o.iderzoeken der geloofsbrieven en het doen van verslag, te weten: de heeren Van Dam, Heijlaerts en Rombouts. De bedoelde commissie zich tot het volbrengen harer taak verwijderd hebbende, wordt de vergadering voor eenige oogenblikken geschorst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 108