10
14 Januari 1893.
10°. Voorstel van burgemeester en wethouders tot aan
wijzing van een centraalbureau ten dienste der telephoon-
inrichting.
Bedoeld voorstel wordt toegelicht in het volgend schrijven
van den heer gemeente-architect:
„Overeenkomstig art. 12 van de voorwaardenwaarnaar
„door den gemeenteraad bij besluit van den 6. Augustus
„1892 aan de heeren Ribbink, Van Bork C°.te
„Amsterdam, vergunning is verleend tot aanleg en exploi
tatie van telephonische verbindingen in deze gemeente,
„zal van gemeentewege een lokaal in gebruik worden
„gegeven tot oprichting van het centraalbureau.
„Vooraf zij opgemerkt, dat onder centraalbureau moet
„worden verstaan een lokaal waar alle draden van de
„geabonneerden te zamen komen en door middel van de
„daarin geplaatste toestellen het telephoneeren mogelijk
„wordt gemaakt. Hieruit volgt dat het zoogenaamde cen
traalbureau niet toegankelijk voor het publiek is en aldaar
„alleen verblijft de persoon met de bediening belast.
„Ingevolge art. 11 sub a en S moeten de concessiona
rissen kosteloos aanbrengen eene verbinding, waardoor
„op het telephoonnet geabonneerden gedurende den nacht
„eene alarmschei in het politiebureau of in eene andere
„door burgemeester en wethouders aan te wijzen localiteit
„kunnen in beweging brengen en toegang verleenen tot
„het centraalbureau aan den door burgemeester en wet
houders aan te wijzen beambte, die zich dan met den
„geabonneerde, van wien het alarmsignaal komt, kan
„onderhouden.
„Zal dit alarmsignaal bij brand of andere onheilen ge-
hurende den nacht doeltreffen, dan is het m. i. nood
zakelijk, dat 1° de alarmschei op het politiebureau wordt
„aangebracht, en 2° het centraalbureau zoo nabij mogelijk
„het politiebureau wordt gevestigd.