16 Maart 189B. 115 «brandputten en syphonshij moet de brandmeesters «waarschuwen by het uitbreken van brand en dienst doen »als brandwacht; hij zoude kunnen wonen boven het «brandspuithuis No. 4, welke woning toch ongebruikt «staat, terwyl het zeer wenschelyk zoude zyn dat die «woning alsdan telephonisch zoude worden verbonden. »Wy meenen met aandrang op de aanstelling van zulk «een brandwacht te moeten verzoekenomdat naar onze «overtuiging de stads-architect by zijne zeer veelvuldige «werkzaamheden niet in staat is die zorg aan brandspuiten «putten en syphons te wyden, diewy noodzakelijk achten; «intusschen kunnen wjj niet anders dan hulde brengen «aan de activiteit van den architect, die zooveel mogelijk «zorg draagt voor het materiaal der brandweer, voor «zooverre hjj daartoe in staat is met het oog op zjjne «zeer vele werkzaamheden en betrekkingen. Er wordt «geklaagd over het brandwezen hier ter stede; welnu, «laat ons dan in staat zyn te zorgen, dat hierin ver sbetering worde gebrachtalles aan den architect overlaten «gaat toch niet; één mensch gaat maar één gang. «Ook met het oog op het waarschuwen der brand «meesters is de aanstelling van een brandwacht zeer «gewenscht; de politie toch waarschuwt nooit, niet tegen- «staande zy daartoe ontelbare malen is aangezocht. 2°. «Art. 44 te wijzigen als volgt: «De opperbrand- «meester heeft ten allen tyde het recht om de brand- «spuiten te inspecteeren en te probeeren met enkele brand- «gasten «Het idéé hieraan ten grondslag liggende is om met -weinig kosten meermalen 'sjaars te kunnen onderzoeken «of de brandspuiten en verder materiaal in orde is »'s winters zouden de spuiten droog geprobeerd worden. 3". «Stellen wy U voor aan de eerste 5 of 6 manschappen «die eene spuit vervoeren eene gratificatie toe te kennen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 115