116 16 Maart 1893. «Niettegenstaande de brandgasten herhaaldelijk zjjn «aangemaand om zich het eerst naar het brandspuithuis «te begeven, vinden de meesten het gemakkelijker naar «het terrein van den brand te gaan en daar de komst «van de spuit af te wachten Wordt nu aan de eerste 5 of 6 »die de spuit vervoeren eene gratificatie toegekend, dan «zullen de meeste brandgasten zich naar het brandspuithuis «begeven in de hoop de gratificatie te kunnen verdienen. 4°. «Aan te schaffen tien nieuwe oliejassendaar de «tegenwoordige onbruikbaar zijn geworden. 5". «Ten einde de controle te bevorderen aan de brand- «gasten mouwbanden te geven waarop het nummer hunner «spuit duidelijk uitkomt. 6". «Een electrische schel aan den toren aan te brengen, «zoodat de torenwachter onmiddellijk kan gewaarschuwd «worden. «Wjj zijn van oordeel dat de brandklok moet geluid «worden zoo spoedig mogelijk na het begin van den «brand en dat daarmede niet dient gewacht te worden «totdat de brand uitslaande is. Bestaat op dat stuk eene «verordening, zoo zjjn wjj van meening dat deze dient ge- wijzigd te worden. «Wjj meenen dat bovenstaande voorstellen door Uw col slege zeer zeker zullen worden aangenomen, als zijnde «zeer in het belang van een goed brandwezen," Namens het College van brandmeesters: J. INGENHOUSZ Booiz, opperbrandmeester. W. INGENHOUSZ, secretaris. De voorzitter geeft in overweging dit schrijven te laten rondgaan bij de leden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 116