126 16 Maakt 1893. »een geheel uit te maken, zoodat het ons voorkomt »dat deze plaats minstens genomen zoo geschikt is als die »in het park zelf. Zelfs al wordt het park niet «aangelegd dan nog komt de plaats ons zeer geschikt »voor. De vraag, of de waterleiding nog dit jaar voor «het publiek zal geopend kunnen wordenhangt voor »een goed deel af van het tijdstip waarop met den bouw »zal kunnen worden aangevangen Het binnenwerk van »den toren, met inbegrip van het stellen van het hoog- «reservoir, vordert een geruimen tijd, zoodat indien niet «betrekkelijk spoedig met dien bouw kan worden aange- «vangende opening der waterleiding daardoor noodwendig «vertraging zal ondervinden, en het te betwijfelen valt, «of de opening nog in den loop van dit jaar zal kunnen «plaats hebben. «Wat betreft het ontwerp van den toren zelf, kunnen «wij ons daarmede volkomen vereenigen. Hij bevat, be- «halve het hoogreservoir, waarvoor hij eigenlijk gebouwd «wordt, eene woning gelijkvloers, welke gevoegelijk door «een eventueel aan te stellen parkwachter kan worden «betrokken «Wij hebben alzoo de eer voor te stellen te besluiten, «den watertoren op de begraafplaats te bouwen." De Bouwcommissie »Ed. GUL.JÉ, voorzitter." »F. BACKER." »J. J. L. TEIJCHINÉ." De heer Mathon vraagt, of wanneer de watertoren op de algemeens begraafplaats zal gevestigd worden, er dan reeds een nieuwe begraafplaats is, ter voorkoming eener handeling in strijd met de wet? De voorzitter antwoordt, dat daaraan bereids gedacht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 126