1 April 1893. Tegenwoordig de heeren: VAN HAL, VREEDE, HEIJ- LAERTS, ROMBOUTS, OUKOOP, MATHON, SASSEN, TEYCHINÉ, BACKER, KLEP, YAN DONGEN, VER- SCHRAAGE, YAN DAM, BLOEM ARTS, SCHELTÜS, LIJDSMAN en VAN AKEN. Afwezig de heeren: GULJÉ en NELISSEN, laatstge noemde wegens ziekte. Waarnemend voorzitter: de heer wethouder Van Aken. Op voorstel des voorzitters wordt besloten, de lezing en vaststelling der notulen van het verhandelde in de ver gadering van den 16en Maart 1893 aan te houden. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde de beëediging en installatie van de nieuwbenoemde raadsledende heeren A. P. Scheltus mr. P. M. J. E. Bloemaets en J. Lijdsman. Genoemde heeren, binnengeleid door den secretaris, leggen in handen van den voorzitter den eed af, voorge schreven by art. 39 der gemeentewet, na alvorens den in art. 87 der grondwet bedoelden eed van zuivering te hebben afgelegd. De voorzitter biedt daarop dezen heeren zijne geluk- wenschen aanvertrouwende dat hun nieuwe werkkring

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 131