14 Januari 1893. 13 ming, alsook, of het niet mogelijk zou zijn het hoogejuk te brengen achter het raadhuis en dit met een kabel te leiden naar het politiebureau? Spreker heeft dit elders gezien. Nader onderzoek ware z. i. zeer gewenscht. De voorzitter deelt mede, dat de heer Van Bork de aangeduide plaats de eenige geschikte acht. De heer Klep doet opmerken, dat als de politie, ge waarschuwd, eerst naar boven moet om te zien vanwaar het signaal komt, er dan veel tijd verloren gaat. De voorzitter zegtdat er groote kosten aan verbonden zouden zijn om andere gebouwen voor dat doel geschikt te maken. De heer Van Dam ziet niet in dat door uitstel het bezwaar wordt weggenomen. Brandgevaar is er overal waar gestookt wordt. Wel kon een politiebeambte 's nachts in het locaal vertoeven. Maar dat alles behoort tot de uitvoering, welke is aan burgemeester en wethouders. De vraag is echter: kan het lokaal worden afgestaan? Voor zich is spreker daar vóór. De voorzitter verklaart gaarne dat van de zijde van burgemeester en wethouders alles zal gedaan worden, wat strekken kan in het belang eener doelmatige werking en van de veiligheid. De heer Van Hal heeft gehoord dat de kosten van ver bouwing zijn geraamd op ƒ400, doch spreker is het bekend dat de zolders niet begaanbaar zijn. Nu moet er eene kamer gemaakt worden voor bureel, dat moet be antwoorden aan de eischen des tijds, en met het oog daarop is het niet onwaarschijnlijk dat de kosten te laag geraamd zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 13