140 1 April 1893. laat de schepen te trekken. Naar de gestelde bepaling kunnen burgemeester en wethouders het aantal paarden verminderen of vermeerderen, geheel naar behoefte, wat volkomen past in den nieuwen toestand. Spreker meent dan ook dat dit punt aan de prudentie van burgemeester en wethouders moet worden overgelaten. De heer Yreede zegt, dat de commissie, bij monde van den heer Van Dam, heeft voorgesteld, de ontworpen voor waarden goed te keuren. Eh nu gehoord de wederlegging der ingebrachte bedenkingenneemt spreker hieruit aan leiding voor te stellen, de zaak aan stemming te onderwerpen. De heer Sassen vraagtof ook verandering gemaakt is in het tarief van het trekloon De voorzitter antwoord daarop ontkennend. Na nog eene korte gedachtenwisseling, stelt de voorzitter voorde voorbedoelde voorwaarden goed te keurenen burge meester en wethouders te machtigen op die voorwaarden de besproken verhuring in het openbaar te doen, welk voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen, uitgezonderd die van den heer Klep. Verder niemand het woord verlangende sluit de voor zitter deze vergadering, welke daarop byeen blijft ter bespreking eener bijzondere aangelegenheid. De Secretaris De Voorzitter, En. OULJÉ. A. R. VERMEULEN. 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 140