6 Apbil 1893.
147
onze gewone werkzaamheden deel te nemen; moge die
verdienstelijke en werkzame ambtgenoot weidra geheel
hersteld weer in ons midden terugkeeren.
En hiermede verklaar ik mijn ambt te aanvaarden.
Yeel is er gedaan voor de gemeentemaar veel is er
nog te doen.
Steunt mij allen in mijnen veel omvattenden arbeid;
en moge onze arbeid onder hoogeren zegen strekken tot
bevordering van den bloei en de welvaart van ons zoo
dierbaar Breda
Deze rede werd door de vergadering met luide toejui
chingen begroet.
Verder niets aan de orde zijnde, sluit de
voorzitter, burgemeester Guljé, deze plech
tige zitting.
De SecretarisDe Voorzitter,
A. R. VERMEULEN. Ed. GULJÉ.
N.B. Om dezen gedenkwaardigen dag te vereeuwigen,
worden aan de oiflcieele notulen toegevoegd
de verslagen der feestviering, gelijk die voor
komen in de drie plaatselijke nieuwsbladen.