14
14 Januari 1893.
Daarbij komt dat in uitzicht gesteld is het verplaaten
der bureaux ten gemeentehuize naar betere lokalen. Ge
schiedt dit en dan nog bureau voor telephoon daarbij
dan zal het ongemak niet gering zijn.
Bovendien kan spreker, ondanks de verklaringen van
technici, niet de meening van zich afwerpen, dat er
brandgevaar bestaat.
Het gemaakte bezwaar ten opzichte van het gebouw
waarin het kleedingmagazijn der schutterij gevestigd is,
wil er bij spreker niet in. Ten slotte verklaart spreker
zich aan te sluiten aan het gevoelen van den heer Klep,
ondanks den spoed die de heer Van Dam wil betrachten.
De heer Sassen deelt de bezwaren door de vorige sprekers
ontwikkeld.
Bovendien vraagt spreker zal het politiebureau
blijven ter plaatse waar het nu is
De heer Vreede verklaart zich mede te vereenigen met
het gesprokene door de heeren Klep en Van Hal. Spreker
wijst op het vrijkomende paleis van justitie en geeft in
bedenking, aldaar het centraalbureau voor de telephoon
te vestigen. Misschien kon in hetzelfde gebouw het politie
bureau worden overgebracht.
De voorzitter zegt, zich daarover nu niet te kunnen
uitlaten. Het is spreker's overtuiging, dat door electrici-
teit van hooge spanning geen gevaar voor brand bestaat,
en tegen gewoon brandgevaar zullen goede maatregelen
genomen worden.
De heer Heijlaerts verklaart de ingebrachte bezwaren
te deelen. Het is niet bewezen dat het samenkomen der
draden geen brandgevaar oplevert. Dr. Snellen beweert
dat zoodanig gevaar wel bestaat, weshalve twee opiniën