8 April 1893. 155 eener kiosk, die, eenmaal geplaatst, toch tot hare be stemming moet gebracht worden. Enkel de schutterij- muziek zal niet voldoende zijndaargelaten dat de subsidie welke zij van de gemeente ontvangtook te gering zal wezen. Maar die bezwaren zegt de heer Van Dam zullen evenzeer bestaan in de volgende vergadering. Door eene af- en overschrijving in de begrooting kan daaraan wor den te gemoet gekomen. Spreker volhardt bij zijn wensch dat alsnu het beginsel omtrent het plaatsen eener kiosk worde uitgemaakt. De heer Mathon kan de zienswijze van den heer Van Dam niet deelen. Eerst zegt spreker moet het advies van burgemeester en wethouders worden ingewon nen, of muziek kan gegeven worden. Is er de kiosk, dan moet noodwendig het verschaffen van muziek volgen. Maar in dat geval doet de heer Teychiné opmer ken zou men niets aan de schutterij muziek hebben. Dan ware het beter zegt spreker de geheele haar toegekende subsidie in te trekken en de vrijvallende gelden tot het geven van muziekuitvoeringen te besteden aan andere vereenigingen. De heer Sassen geeft den heer Van Dam in overwe ging zijn voorstel in te trekken. In beginsel is spreker niet tegen het bouwen eener kiosk, maar daaraan ver binden zich bezwaren, die tot eene onzuivere stemming zullen leiden, omdat zij de beginselkwestie geheel be- heerschen. Daarom is spreker ervoor, de volgende zitting af te wachten, waarin dan burgemeester en wethouders den Raad kunnen voorlichten omtrent de kosten aan den bouw eener kiosk verbonden, en de mogelijkheid, of in de vereischte muziek zal kunnen voorzien worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 155