158 8 April 1893. Aan bedoeld advies gaat de voorzitter voorthebben burgemeester en wethouders onmiddellijk gehoor gegeven, waarvan het gevolg is, dat zij nu reeds in staat zijn het ant woord van den minister over te leggen. Dat antwoord wordt voorgelezen en daarin verklaart ten slotte de minister, dat hij het rapport niet ter be oordeeling of ter bespreking wenscht te geven aan de commissie uit den Raad der gemeente Oosterhout, zulks te minder, wijl het niet handelt over het thans ontwor pen plan der prise d'eaudoch over het oorspronkelijke, dat niet is gevolgdzoodat de raadscommissie uit dat rapport niet de zekerheid zoude kunnen erlangen, welke zij zegt daarin te willen zoeken. Nadat de voorzitter eene korte toelichting ge geven had aan den heer IIeijlaerts, die meende dat Oosterhout niet het eerste maar het tweede rapport bedoelde, wordt besloten aan burgemees ter en wethouders van Oosterhout, ten behoeve van de betrokken raadscommissie dier gemeente, te zenden èn afschrift van het advies der water leidingscommissie alhier èn afschrift van het afwijzend antwoord van den minister. 4. Namens burgemeester en wethouders wordt door den voorzitter aan den Raad overgelegd het primitief kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1893. Op voorstel des voorzitters wordt besloten dit kohier, alvorens het in behandeling te nemen, ter visie te leggen voor de raadsleden. 5. Benoeming van een wethouder in de plaats van den heer E. H. A. Guljé, benoemd tot burgemeester. Wordt overgegaan tot stemming, waarvan de uitslag is dat verkrijgen de heeren Rom bouts 9,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 158