8 April 1893. 159 Sassen 2, Scheltus 1 en Vreede 1 stem, terwijl 3 briefjes in blanco zijn ingeleverd, zoo dat met volstrekte meerderheid van stemmen tot wethouder dezer gemeente, in de plaats van den heer E. H. A. Guljé, benoemd is de heer W. G. H. Rombouts. Naar aanleiding van art. 85 der gemeentewet, vraagt de voorzitter aan den heer Rombouts, of deze de benoe ming aanvaardt De heer Rombouts zegt getroffen te zijn door het blijk van vertrouwen hem geschonken. Met schroom verklaart spreker neer te zien op de hem opgelegde taakomdat te grooter is zijne verantwoordelijkheid nu hij de plaats inneemt van een persoon, die met zooveel kennis en toewijding de betrek king van wethouder vervuld heeft. Doch dit laatste heeft ook zijne lichtzijde, omdat de heer Guljé niet enkel zitting blijft houden in het dagelijksch bestuur, maar zelfs als voorzitter daarvan is opgetreden. Daarom ver klaart spreker, vertrouwende op Hooger hulp, en op den steun van den heer Guljé, de heeren wethouders en allen die hem ter zijde kunnen staan, de betrekking van wethouder te aanvaarden. De voorzitter wenscht den heer Rombouts geluk met zijne benoeming en dankt hem voor zijne geuite gevoelens. Spreker zegt, dat de nieuwbenoemde wethouder met vriendschap in het dagelijksch bestuur zal ontvangen worden, vertrouwende dat aangenaam met hem zal worden samengewerkt. Op verzoek des voorzitters neemt de heer Rombouts eene der wethoudersplaatsen ter lin kerzijde van den voorzitter in. 6. Benoeming van een ambtenaar van den Burgerlijken Stand.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 159