166 8 April 1893. „Aldus gerapporteerd den achtsten April 1800 drie en „negentig." „M. YAN DAM, rapporteur." „T. MATRON." De voorzitter dankt de commissie en inzonder heid haren rapporteur voor het uitgebracht rap port, en stelt na eene korte toelichting voor, de conclusie van het rapport aan te nemen, waartoe zonder eenige bedenking besloten wordt. C. Aangehouden Zaken. 1. Rapport der Commissie van bestuur van het pensioen fonds voor de gemeenteambtenaren en bedienden, ter zake van het verzoek van den heer directeur der Gasfabriek, welk rapport in extenso is opgenomen in de notulen van dezen raad van 18 Februari 1893, A, N°. 17 (bl. 88). De voorzitter, herinnerende dat bedoeld rapport bij de leden gecirculeerd heeft, vraagt, of nog iemand der leden omtrent dit onderwerp het woord verlangt? Dit niet het geval zijnde, stelt de voorzitter voor, de conclusie van het rapport aan te nemen waartoe besloten wordt. 2. Wijziging van art. 6 der verordening op de brandweer. De voorzitter zegt, dat de stukken betrekkelijk dit on derwerp bij de leden gecirculeerd hebben, doch dat nog meer zaken daarmee in verband staanweshalve hij voor stelt, dit punt alsnog aan te houden, en de stukken in middels bij de drie nieuwe raadsleden, die daarvan nog geen kennis genomen hebben, te laten circuleeren. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 3. Voorstel nopens de beplantingen op de wegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 166