22 April 1 893. Tegenwoordig de heeren: VAN TIAL, VERSCIIRAAGE, VREEDE, OUKOOPSCHELTUS, LIJDSMAN, MATRON, SASSEN, ROMBOUTS, VAN AKEN, TEYCHINÉ, KLEP, VAN DONGEN, VAN DAM, BLOEMARTS, IIEIJLAERTS en GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heer jhr. F. BACKER, en de heer wet houder J. J. NELISSEN, laatstgenoemde wegens ziekte. De notulen van het verhandelde in de vergadering van den'8sten April 1893 worden gelezen en goedgekeurd. De voorzitter stelt aan de orde: A. Ingekomen Stukken: 1. Missive van het College van regenten van het Oude Mannenhuis alhier, dato 10 April 1893, n°. 61, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening der inkomsten en uitgaven met de daartoe betrekkelijke bescheiden en quitantiën over het dienstjaar 1892. De voorzitter geeft in overweging eene commissie van drie leden te benoemen tot onderzoek der rekening. Verschillende leden verzoeken den voorzitter, die leden aan te wijzen. 13

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 169