170
22 April 1893.
De voorzitter maakt opmerkzaam dat hij zelf lid is van
voornoemd college.
Daarop wordt overgegaan tot stemming.
De voorzitter verzoekt de heeren Van Aken en Rom-
eouts, beiden wethouder, als stemopnemers te fungeeren.
De heeren Guljé en Van Dongen, beiden regent van
het Oude Mannenhuis, blijven buiten stemming.
Worden uitgebracht voor het eerste lid 15 stemmen,
waarvan op zich vereenigen de heeren Bloemarts 5,
Sassen 4, Ouicoop 2, Scheltus 2, Klep 1 enMATHONl.
Niemand de volstrekte meerderheid van stemmen ver
kregen hebbende, wordt overgegaan tot eene nieuwe vrije
stemming, waarvan de uitslag is dat verkrijgen de heeren
Bloemarts 14 en Sassen 1 stem,
zoodat tot eerste lid gekozen is de heer Bloemarts.
Voor het tweede lid worden uitgebracht 15 stemmen,
waarvan op zich vereenigen de heeren Scheltus 11,
Sassen 3 en Ouicoop 1
zoodat tot tweede lid gekozen is de heer Scheltus,
Voor het derde lid worden uitgebracht 15 stemmen
waarvan op zich vereenigen de heeren Sassen 7, Ouicoop
en Mathon 2.
Niemand de volstrekte meerderheid van stemmen ver
worven hebbende, wordt overgegaan tot eene nieuwe vrije
stemmingwaarvan de uitslag is dat verkrijgen de heeren
Sassen 10 en Oukoop 5 stemmen,
zoodat tot derde lid gekozen is de heer Sassen.
2. Missive van burgemeester en wethouders van Breda,
dato 11 April 1893, n°. 288, daarbij, onder overlegging