22 April 1893. 173 6° af te schrijven van art. 2, hoofdstuk VIII, een be drag van ƒ9.90, en dat te doen strekken tot ver hooging van art. 10, hoofdstuk II (kosten der re gisters van bevelschriften). Wordt zonder bedenking besloten, de voor gedragen wijzigingen in de begrooting, dienst 1892, goed te keuren. 5. Benoeming van een lid in de Commissie van bestuur van het pensioenfonds voor de gemeente-ambtenaren en bedienden, ter vervanging van den heer mr. J. H. van Mierlo, die als raadslid bedankt heeft en bereids ver vangen is. Wordt overgegaan tot stemming, waarvan de uitslag is, dat verkrijgen de heeren Sciieltus 9, Van Dam 7 en Verschraage 1 stem, zoodat met volstrekte meerderheid van stemmen tot lid van bovengenoemde commissie benoemd is de heer A. P. Sciieltus, en zulks voor den tijd dat de heer nar. J. H. van Mierlo alsnog zitting zoude gehad hebben. (i. Benoeming van een stembureau bij de a.s. verkiezing van een lid van den gemeenteraadzijnde volgens den rooster aan de beurt de heeren Bloemarts1en Heijlaerts plaatsvervangende leden de heeren Oukoop en Lijdsman. Wordt overgegaan tot stemming Voor het eerste lid: Van de 17 uitgebrachte stemmen verkrijgen de heeren Bloemarts 16 en Van Dam 1 zoodat tot eerste lid benoemd is de heer mr. P. M. J. E. Bloemarts. Voor het tweede lid. Van de 17 uitgebrachte stemmen verkrijgt de heer Heijlaerts er 16, terwijl één briefje in blanco is inge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 173