22 Aprit. 1893. 481
i
een nader schrijven van bovengenoemde commissie, die
benoeming te doen. Voorts wordt bij deze missive gevoegd
een ontwerp-besluit tot vaststelling eventueel van den
grondslag van pensioen van den heer Derksen, als leeraar
aan de Burgeravondschool.
Na herinnering door den voorzitter, dat bedoelde
stukken hebben ter visie gelegen, wordt zonder
stemming besloten, den heer H. A. Derksen
definitief te benoemen tot leeraar in de wiskunde
aan de Hoogere Burgerschool en Burgeravond
school alhier, op de aan die betrekking verbonden
jaarwedde van ƒ1800, en verder onder speciale
voorwaarden dat hij in deze gemeente woonplaats
moet hebben en zijne benoeming wordt geacht
gedaan te zijn per cursusjaar.
Vervolgens wordt vastgesteld het volgende besluit:
„De Baad der gemeente Breda-,
„Gelet op zijn besluit van heden, waarbij de heer II. A.
„Derksen definitief wordt benoemd tot leeraar in de
„wiskunde aan de Burgeravondschool alhier;
„Gezien art. 13 der wet van den 9. Mei 1890 (Staatsblad
„N°. 78), tot regeling van pensioenen der burgerlijke
„ambtenaren;
„heeft besloten:
„den grondslag voor de berekening van de bijdrage
„voor pensioen van den heer H. A. Derksen voornoemd
„vast te stellen op het bedrag van drie honderd gulden."
11. Wordt gelezen de volgende missive van de Com
missie voor de waterleiding alhier, dato 17 April 1893:
„Door den gemeenteraad is de wensch uitgesproken,
„dat tijdens den aanleg van de hoogdrukwaterleiding, de
„later met de exploitatie dier inrichting te belasten directeur
„reeds in functie was, ten einde zich met alle onderdeelen
„der waterleiding op de hoogte te stellen.