196 '22 April 1893. De heer Rombouts acht de verplichting tot het dragen van het distinctief een groot ongerief. Er zijn ambtenaren wier functie medebrengt dat zij bij den brand moeten tegenwoordig zijn en alzoo moesten dezen niet in de nood zakelijkheid verkeeren eerst hunne medaille te gaan halen. B. v. de directeur der gasfabriek moet de kranen afsluiten. Als zoo iemand zegt wie hij ismoest dat voor de politie voldoende zijn. De heer Heijlaerts verhaalt wat hem is overkomen bij een brand aan de Ginnekenstraat. De schildwacht, zijn consigne volgende, weigerde hem toegang teverleenen tot een gangetje, waarin hij een man te behandelen had, die zijn been had gebroken. Het kostte vrij wat moeite verlof tot doorgaan te verkrijgen. De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders zullen trachten met bekwamen spoed in deze zaak te voorzien. Verder wordt dit onderwerp niet besproken. C. Aangehouden Zaken. De voorzitter zegt, dat ter behandeling van het primi tief kohier van den hoofdelijken omslag dezer gemeente, dienst 1893, alsnu de vergadering geschorst wordt en zal overgaan in eene met gesloten deuren. Na heropening der deuren wordt besloten 1°. vast te stelling het bovengenoemd kohier ad ƒ59,999.625, en 2°. aan J. Schets, te Prinsenhage, voor den tijd van drie jaren tegen 300 per jaar in huur af te staan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 196