13 Mei 1893. Tegenwoordig de heeren: VAN HAL, VAN AKEN, SASSEN, ROMBOUTS, LIJDSMAN, SCHELTÜS, OUKOOP, VREEDE, BLOEMARTS, VERSCHRAAGE, VAN DONGEN, KLEP, TEYCHINE, MATHON, VAN DAM en GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren: HEIJLAERTS en BACKER en de heer wethouder J. J. NELISSEN, wegens ziekte. De notulen van het verhandelde in de vergadering van den 22steu April 1893 worden gelezen en goedgekeurd. De voorzitter stelt aan de orde: A. Ingekomen Stukken: 1. Besluit van de Gedeputeerde Staten dezer provincie van den 27. April 1893, G, N°. 136, 2e afd., 3° bureau, daarbij goedkeurende de afschrijving in de begrooting voor 1892 van hoofdstuk III, art. 6f eener som van ƒ143.79 en overschrijving dier som op hoofdstuk VII, art. 32 (kosten van het afbreken van twee pakhuizen benevens het bouwen van kantoor, woning, werkplaatsen en maga zijnen voor de gemeentewerken in de Karnemelkstraat). Op voorstel des voorzitters wordt besloten voormeld besluit aan te nemen voor kennisgeving en verder ter uitvoering te verzenden aan bur gemeester en wethouders. 15

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 197a