200 ïi Mei 1803. Zonder bedenking wordt beslotende vöói1- gedragen wijzigingen der begrootingen voor 1892 en 1893 goed te keuren. 5. Reclame tegen den hoofdelijken omslag, dienst 1892. De voorzitter stelt voor, deze reclame, naar gebruikelijk iste behandelen in besloten zitting volgende na afloop dezer vergadering, waartoe besloten wordt. 6. Missive van burgemeester en wethouders van Breda dato 8 Mei 1893. N°. 391. daarbij, bij de periodieke af treding op primo Juni e.k. van den heer K. G. Oukoop, als lid van het burgerlijk armbestuur dezer gemeente, aanbevelende ter voorziening in die vacature: 1°. den heer K. G. Oukoop aftredend lid en 2°. den heer E. T. J. P. Neomagus, met verzoek uit die heeren eene keuze van benoeming te doen, voor den gewonen tijd van zitting. Wordt besloten tot stemming over te gaan. De heer Oukoop verklaart buiten stemming te zullen blijven. Er worden uitgebracht 14 stemmendie alle zich vereenigen op den heer K. G. Oukoop, zoodat genoemde heer benoemd is tot lid van het burgerlijk armbestuur dezer gemeente, te rekenen in te gaan primo Juni 1893, en zulks voor den gewonen tijd van zitting. De heer Van Dam was bij deze stemming niet tegen woordig. Als stemopnemers fungeerden de beide wethouders, de heeren Van Aken en Romdouts.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 200