13 Mei 1893. 207 «steeds met Waals en deze geeft dan de bevelen aan «zijne ondergeschikten, gelijk regelmatig is. «Bijzonder belangrijk was bij de bespreking het punt, «dat het opzicht op wegen en beplantingen zoo zeer in «elkander grijpt. Met de verzorging der wegen houdt «verband het verzorgen der hoornen. Is die taak in ééne «hand, dan bestaat de kans niet, dat eenerzijds iets «wordt goedgemaakt en anderzijds iets bedorven. De «opzichter plaatste zich geheel op het standpunt van het «belang der gemeente. Het toezicht op de grintwegen «en het doen verrichten van baggerwerk viel hem wat «zwaar, om tevens de noodige zorg te kunnen wijden aan «beplantingen en kweeken, voor welke laatste bijzonderlijk «hij goede hulp miste. «Daaruit ontstond de vraag: of als aan Waals werd «toegevoegd een bekwaam man om hem in de kweekeiij «behulpzaam te zijn, hij daarin tegemoetkoming zou vinden? «Zijn antwoord was beslist toestemmend. «Men verlieze hierbij niet uit het oog, dat het hebben «van zoodanige hulp zeer wenschelijk is, omdat anders «bij ontstentenis van Waals, het kweeken zou verwaar- «loosd worden. «Na breedvoerige besprekingen heeft Waals de pertinente «verklaring, bij herhaling, afgelegd: «1°. dat hy zich niet wenscht te onttrekken aan het «gezag van den architect; «2°. dat hij zeer zou gebaat worden in zijn werk «wanneer hem een bekwame kweekersknecht, die y>f 9 a f 10.per week zou moeten kunnen «verdienen, werd toegevoegd; «3°. dat hij in dat geval liever den tegenwoordigen «toestand bestendigd dan veranderd zou zien." Bredaden 10. Mei 1893."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 207