13 Mei 1893. 217 De voorzitter dankt de commissie voor haar onderzoek en inzonderheid den rapporteur voor het door hem uitgebracht verslag, en steltvoor, de conclusie van het rapport aan te nemen, waartoe besloten wordt. De voorzitter en de heer Van Dongen, als deel uit makende van het bestuur van het Oude-Mannenhuis wenschen geacht te worden niet tot voormeld besluit te hebben medegewerkt. De heer Vreede, het woord gevraagd en verkregen hebbende, wijst op de langdurige droogte en meent dat de sproeiwagens in den laatsten tijd slechts weinig dienst gedaan hebben. Spreker vraagt of aan de sproeiwagens ook iets mankeert? Gaarne zou spreker zien dat ze meer in gebruik gesteld werden. De voorzitter verzekert, dat de sproeiwagens geregeld hebben rondgegaan, behalve des Donderdags- en Vrijdags- namiddag, toen oponthoud bestond door 't Valkenberg. Wel kunnen mitsdien eens korte onderbrekingen plaats hebben, zoo ook nog door het gebruik voor aanvoer van water aan de K. M. Academie, dat, op verzoek, is toe gestaan, maar voor het overige staan zij niet stil. De heer Vreede neemt met deze verklaring genoegen. De voorzitter vraagt of nog iemand der leden het woord verlangt Dit niet het geval zijnde, zegt de voorzitter, dat de openbare vergadering geschorst wordt en zal overgaan in eene met gesloten deuren. De heer Van Dam komt ter vergadering. Na heropening der deuren wordt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 217