13 Mei 1893. vastgesteld het volgend besluit: De Raad der gemeente Breda, «Overwegende, dat bij zijn adres van den 28. «Februari 1893, onder overlegging van toelichtende »bescheidenaan den gemeenteraad van Oosterhout «vergunning is gevraagd tot het leggen en hebben «eener buisleiding in den weg van Dorst naar Seters, snaar aanleiding van het maken der prise d'eau in »de Setersche heide voor de Bredasche waterleiding »dat daarop door burgemeester en wethouders «van Oosterhout gevraagd is eene omschrijving van »de werken van aanleg, benevens de rapportender «deskundigen omtrent de waterleiding; «dat aan het eerste verzoek voldaan is, doch «daar de bedoelde rapporten niet in het bezit dezer «gemeente zijn, aan het tweede verzoek geen gevolg «kon worden gegeven; «dat alsnu optrad eene commissie uit den ge- «meenteraad van Oosterhout, welke volstrekt ver- «langde de overlegging van het vroegere rapport «der deskundigen omtrent de vestiging eener lioog- «drukwaterleiding te Breda-, «dat vervolgens dit rapport is aangevraagd aan «Zijn Excellentie den Minister van Financiëndoch «deze heeft te kennen gegevendat Zijne Excellentie y>niet wenschte het ter beoordeeling of bespreking «van Oosterhout af te staan, te minder, wijl het niet Dhandelt over het thans ontworpen plan der prise d'eau «dat, om hieraan, ter wille der beleefdheid, «tegemoet te komen, geheel uit eigen beweging «aan burgemeester en wethouders is gezonden het vtegenschrift van den heer ingenieur Schotel op «bedoeld rapport; «dat evenwel de voormelde raadscommissie uit- «drukkelijk bij haren eisch blijft volharden, te «weten, om overmaking van het rapport, dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 218