14 Januari 1893. 21 „5°. Meende men dat langs de koplagen van de ver- /hoogde voetpaden 5 lagen klinkers noodzakelijk waren ,/VOor den afloop van het regenwater van de wegen. Weshalve wij besloten den heer Springer uit te noodigen „eene bespreking over bovenstaande punten te houden, „waaraan door Z.Ed. den 22. October werd voldaan. „Het bleek toen „1°. dat de aanvoer en de verwerking der 10000 M3 „teelaarde ten laste van den Staat zouden komen; „2°. dat het bemesten en 'omspitten behoorende tot „het aanleggen der gazons en beplantingen, ten laste der „gemeente kwamen, waarvan de kosten door hem waren „geraamd op ƒ1846; „3°. dat de kosten van beplanting en aanleg der gazons „geraamd waren op 3037, welke kosten geheel ten laste „der gemeente komen; „4°. dat ten aanzien van de dikte der grintlaag geene „opheldering gegeven konde worden. 5°. Zoo ook omtrent de noodzakelijkheid der klinkers langs de koplagen van de verhoogde voetpaden. „De nadere besprekingen hebben bij ons de overtuiging „gevestigd, dat de regeering met het oog op de groote „uitgaven die ten deze ten laste der gemeente komen, „zal kunnen besluiten, die overdracht op de navolgende „voorwaarden te doen: „a. dat ten laste van den Staat „1°. de terreinen voor beplanting en gazons geheel „gereed om te beplanten en te bezaaien worden opge leverd, derhalve ook het zoo noodig spitten van den grond

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 21