11
3 Juni 1893.
Tegenwoordig de hoeren: VAN IIAL, VREE DE,
OU KOOP, SCIIELTUS, MATRON, LIJDSMAN, SASSEN,
ROMBOUTS, VAN AKEN, TEYCHINE, KLEP, VAN
DONGEN, VERSCHRAAGE, VAN DAM, IïLOEMARTS,
REIGERSMAN en GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren: IIEIJLAERTS en NELISSEN,
laatstgenoemde wegens ziekte.
De notulen van het verhandelde in de vergadering
van den 13den Mei 1893 worden gelezen en goedgekeurd.
De voorzitter stelt aan de orde de beëediging van het
nieuwbenoemde raadslid, den heer mr. A. Reigersman.
Genoemde heer, binnengeleid door den secretaris, legt
in handen van den voorzitter den eed af, voorgeschreven
bij art. 39 der gemeentewet, na alvorens den in art. 87
der grondwet bedoelden eed van zuivering te hebben
afgelegd.
De voorzitter wenscht den heer Reigersman geluk met
de betrekking, waartoe hij geroepen is in eene gemeente,
waaraan hij door de familie van zijn naam, opklimmende
tot de historische tijden, en door fcijne verdere betrek
kingen zoo nauw verbonden is, niet twijfelende, of zijne
kennis zal door hem worden aangewend tot welzijn van
de gemeente. Voorts brengt de voorzitter in herinnering
den naam van den heer jhr. Backer, wiens plaats door
17