232
3 Juni 1893.
hem twee functiën worden opgedragen, of de eene moet
lijden door de andere. De waterleiding wordt hier nieuw
gevestigd en de directeur moet zich in de werkzaamheden
op de Setersche heide geheel inwerken. Bovendien heeft
zich een goede sollicitant doen kennen.
Ook de heer Reigersman kan de combinatie der betrek
kingen niet goedkeuren. Met den tijd kan er geen kwestie
van zijn ze vereenigd te houden. Enkel voor het oogenblik
kan de samenvoeging wenschelijk zijn ter vermijding van
conflicten. En wanneer de vele werkzaamheden, aan gas-
en waterleiding verbonden, ertoe zullen leiden om de
betrekkingen van elkander los te maken, dan zal het
zich moeielijk schikken een nieuwen directeur voor de
waterleiding aan te stellen, want deze zal uit eigen oogen
zien en misschien veel afkeuren wat zijn voorganger ver
richt heeft. Daarom moet nu reeds een afzonderlijke
directeur benoemd worden, die dadelijk en van meet af
aan aan het tot stand brengen der waterleiding kan mede
werken. De vereeniging van beide betrekkingen is niet
raadzaam, al is het bezwaar op dit oogenblik zoo groot niet.
De heer Van Dam meent dat de vorige spreker zich
vergist. Niet de heer Paijens, maar de heer Schotel
legt de waterleiding, zoodat, al zou een nieuwe directeur
moeten komen, deze geen bezwaar kan maken tegen zijn
voorganger. De directeur wordt enkel belast met de
exploitatie der waterleiding en heeft met het technisch
gedeelte niets te maken.
De heer Rombouts, die met den heer Van Dam het
woord gevraagd had, zegt ongeveer dezelfde opmerking
te hebben willen maken als die door den heer Van Dam
is in het midden gebracht. De directeur hebbe thans enkel
toe te zien hoe de zaak wordt aangelegd en wat verricht
wordt, en ook een nieuwe directeur zou zich niet in den
eigenlijken aanleg hebben te mengen. Die taak berust op