'24 14 Januari 1893, Volgende den gedachtengang van den heer Heijlaerts, stelt de voorzitter voor, onder de gemaakte voorwaarden in te gaan op het aanbod van den minister. De heer Sassen vraagt, of ook een tijd bepaald is, dat het Rijk het werk zal opleveren? De voorzitter antwoordt daarop, dat die oplevering zal geschieden vermoedelijk binnen een jaar, mogelijk binnen 2 jaar. Daarop brengt de voorzitter het onderwerp in stemming, waarvan de uitslag is dat het met al- gemeene stemmen wordt aangenomen. C. Aangehouden zaken: 1°. Driejaarlyksche inventarisatie van de Bank van Leening, met schrijven van de Commissie van beheer dier inrichting. De voorzitter zegt, dat de heer Rombouts, die wegens ziekte deze vergadering niet heeft kunnen bijwonen, ver zocht heeft dit punt alsnog aan te houden. Dientengevolge komt deze zaak niet in behan deling. 2°. Plan tot oprichting eener bad- en zweminrichting. De voorzitter stelt dit onderwerp aan de orde. De heer Klep acht het plan, dat met de stukken ge circuleerd heeft, niet aannemelijk. Dat plan is veel te klein. Alleen zou voor de geraamde kosten, die verre blijven beneden de vroeger genoemde som van f 12000, £ene badinrichting zijn te maKeq.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 24