14 Januari 1893. '25 Spreker geeft dan ook in overweging burgemeester en wethouders uit te noodigen een nieuw plan over te leggen dat bruikbaar is voor bad- en zweminrichting. De heer Heïjlaerts steunt het voorstel van den heer Klep. 'tIngediende plan is een coquet plannetje, niet van genoegzamen omvang voor menschen. De voorzitter zegt, dat om tot het doel te geraken, er onderzoek is gedaan naar water en terrein. Eerstens is onderzoek gedaan aan de grens der gemeente, ongeveer ter plaatse alwaar de Mark in den Singel valt. Daar zou eene groote en kostbare uitdieping moeten plaats hebben, Het water is er niet mooi. Toen aan het bastion Balfort, alwaar de Aa of Weerijs in de Singelgracht valt. De visscher Bank heeft dat water in pacht, doch men kan het niet bereiken dan per schuit. Alzoo zou aldaar eene brug of een veertje moeten gemaakt worden. Vervolgens aan de nieuwe trambrug aan den Z. W. hoek van den Academiesingel en den spoorweg. Daar heeft men stroom en eene geschikte gelegenheid, al moge het plan dan wat klein zijn. Hiermede eindigt spreker is het stand punt van burgemeester en wethouders ten deze aangetoond. Daarop brengt de voorzitter den localen toestand ter laatste aangeduide plaats in teekening, welke teekening bij de leden in circulatie wordt gesteld en door hen wordt bezichtigd. De heer Vreede wenscht met den heer Klep een grooter plan. 't Aangebodene is wat miniem. De heer Van Hal is het niet eens met de plaats van vestiging der beoogde zweminrichting. Het kleine daar te plaatsen gebouwtje, dat direct in het oog zal vallen van tramreizigers en wandelaars, zal ontsieren en te minder jq de omgeving passen als het bouwterrein aldaar tot be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 25