26
14 Januari 1893.
stemming zal gekomen zijn. Ook onder rapport van
moraliteit, verdient die plaats, alwaar bovendien geen
geregelde doorstrooming isniet de voorkeur. Spreker
heeft zich altijd de te vestigen zweminrichting voorgesteld
als te zullen zijn a l'instar van die der militairen en zou
die wel willen opgericht zien het exercitieterrein op aan,
waar ook versch water is. De Raad is altijd genegen het
aangename aan het nuttige te verbinden, maar wanneer
een geraamte wordt geplaatst in de rivier zal dat niet
aesthetisch zijn. Bovendien slechts een klein gedeelte van
het jaar wordt de inrichting gebruikt. Zij zal dan bloot
staan aan de baldadigheden der jeugd, gelijk het schuiten
huis van den heer Pels Rtjcken, zoodat veel politietoezicht
zal noodig zijn. Ten slotte zegt spreker het renvoieeren
der stukken aan burgemeester en wethouders goed te
keuren, om een beter plan, doch dan tevens met de
uitnoodiging naar eene betere plaats uit te zien.
Ook de heer Backer kan niet zijne adhaesie schenken
aan de plaats van oprichting. Het water over de Gast-
huisvelden acht spreker beter.
De voorzitter vestigt het oog op de toekomstwanneer
er beweegbare bruggen kunnen komen, terwijl ook de
scheepvaart niet mag belemmerd worden. Voorts zet spreker
nader het plaats gehad hebbend onderzoek uiteen en speciaal
de moeielijkheid verbonden aan de vestiging eener in
richting aan de Aa of Weerijs, waar het water niet
gemakkelijk toegankelijk is.
De heer Teyciiiné zegt, dat wanneer er bezwaar is
aldaar eene brug of pont aan te brengen, alsdan een
smal en goedkoop voetbruggetje kon gelegd worden, dat
toch enkel voor overgang moet dienen van personen.
Spreker acht de plaats van vestiging beter daar dan aan
't station.