270 24 Juni 1893. De lieer Van Hal antwoordtdat hij enkel de door hem gestelde vraag heeft willen in overweging geven. De heer Van Dam zegt, dat door hem tegen dat voorstel zou zijn gestemd geworden. Niet voegt spreker daaraan toe moet men zoo soumis zijn. De gemeente hebbe ten deze zelfstandig te handelen. Vervolgens brengt de voorzitter in hoofdelijke omvraagof het plan in circulatie zal worden gesteld, waarvan de uitslag is dat daartoe besloten wordt met 10 tegen 8 stemmen. Vóór waren de heerenSassen, Oukoop, Lijdsman Ueijlaerts, Scheltus, Matron, Rombouts, Verscrraage Bloemarts en Van Hal. Tegen de heerenVan Aken, Teychiné, Reigersman, Klep, Van Dongen, Van Dam, Vreede en de voorzitter. 5. Missive van den heer Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, dato 7 Juni 1893, A, n°. 5, le afd le bur., houdende verzoek tot inzending eener voordracht van twee personen ter benoeming van een lid in het college van zetters in deze gemeente, ter vervulling der plaats, open gevallen door het overlijden van den heer C. van den Eeden. Wordt overgegaan tot stemming: a. voor het eerste lid. Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan verkrijgen de heeren J. M. Rosman 12, F. A. Lindeman 5 en F. P. J. Klep 1. Zoodat met volstrekte meerderheid van stemmen tot eersten candidaat gekozen is de heer J. M. Rosman.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 270